check van boven naar beneden, van voor naar achter.
-Controleer jacket, inflator en overdrukventiel.
-Sluitingen jacket en loodgordel.
-Check ademautomaat en manometer door er zelf door te ademen (manometer schommeling naald).
-Check octopus.
-Check dieptemeter en/of computer.
-Check kraan, helemaal open en dan kwartslag terug.
-Check fles ophanging.
-Oké teken als alles in orde is.